Culemborg heeft drie historische figuren voortgebracht die een opvallende rol speelden in het koloniale tijdperk. De bekendste onder hen is Jan van Riebeeck, oprichter van de Kaapkolonie in Zuid-Afrika. Ooit werd hij door het apartheidsregime geëerd als grondlegger van het Afrikaner volk, maar in het huidige Zuid-Afrika is zijn naam juist beladen en wordt hij regelmatig gezien als symbool van onderdrukking en koloniale overheersing.
Zijn neef, Antonio van Diemen, schopte het tot gouverneur-generaal in Batavia – het huidige Jakarta. Hij volgde Jan Pieterszoon Coen op en stond net als zijn voorganger bekend om zijn nietsontziende expansiedrift.
De derde naam op deze lijst is Otto van Rees, spottend ‘Koning Otto’ genoemd. Tussen 1884 en 1888 was hij gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, al werd zijn bestuursperiode gekenmerkt door impopulariteit en beperkt succes.
Wie door de oude vrijstad Culemborg wandelt, stuit nog altijd op sporen van dit koloniale verleden.

In het kielzog van Antonio van Diemen en Jan van Riebeeck namen veel meer Culemborgers, van soldaten tot dominees, dienst bij de VOC. In totaal dienden naar schatting bijna 500 Culemborgers bij de VOC. Opvallend veel van hen waren familieleden. Dat was typerend voor die tijd. Familiebanden boden een sociaal vangnet en een maatschappelijke springplank

De Binnenpoort, Culemborg (1865) - Cornelis Springer (1817-1891)

Culemborg, gezicht op de westelijke gevel van het stadhuis aan de Wagenweg Jan Weissenbruch (1860)
-
Oud-Katholieke Kerk (Varkensmarkt 20): In deze kerk bevindt zich een ivoren kruisbeeld dat Piet Hein in 1628 buitmaakte bij de verovering van de Spaanse zilvervloot. Hoe het kruisbeeld in Culemborg terechtkwam, is onbekend.
-
Maria Regina (Varkensmarkt 9): Dit herenhuis werd in 1870 gebouwd en was de woning van Cornelis Willem Dresselhuys, een vooraanstaand sigarenfabrikant. De sigarenindustrie in Culemborg bloeide dankzij de import van tabak uit Nederlands-Indië, met name de beroemde Deli-tabak uit Sumatra.
-
Grote of Barbarakerk (Grote Kerkstraat): In deze kerk zijn meerdere objecten die herinneren aan het koloniale verleden, waaronder een plaquette ter herinnering aan de doop van Jan van Riebeeck in 1619. Daarnaast zijn er koperen kaarsenkronen geschonken door koloniale figuren zoals Carel Constant en Gerrit van Harn.
-
Markt 6 (voormalige herberg Het Gulden Hoofd): Op deze locatie werd Antonio van Diemen geboren, die later gouverneur-generaal van de VOC in Batavia werd. Zijn vader was eigenaar van deze voorname herberg.
-
Markt 11 (In den Keyser; origineel) : Dit huis met een rijk versierde trapgevel uit 1549 was de woning van Carel Constant en Maria van Aelst. Het is tevens het geboortehuis van Otto van Rees, die van 1884 tot 1888 gouverneur-generaal van Nederlands-Indië was.
-
Markt 13 (In den Keyser; nieuw) : Dit pand, herbouwd in 1707, kende meerdere koloniale bewoners, waaronder Gerrit van Harn, die in 1660 hier kortstondig woonde voordat hij naar Kaap de Goede Hoop vertrok als opvolger van Jan van Riebeeck.
-
Jan van Riebeeckhuis (Achterstraat 38): Dit 16e-eeuwse pand, bekend als De Fonteyn, herbergt het Museum Jan van Riebeeckhuis. Achter het huis bevindt zich een kruidentuin, gemodelleerd naar de tuin die Van Riebeeck aanlegde op Kaap de Goede Hoop. Jan van Riebeeck werd in 1619 geboren in dit huis dat eigendom was van zijn grootvader. Hij kwam uit een familie van wereldreizigers. Zijn vader was chirurgijn (arts) in dienst van de West-Indische Compagnie. Van Riebeeck trad als chirurgijn in diens voetsporen, maar meldde zich in 1639 bij de VOC. Hij begon in Batavia, waar zijn neef Antonio van Diemen gouverneur-generaal was. Daarna volgden reizen naar Noord-Sumatra, Formosa (Taiwan), China en Japan. In 1651 zond de VOC hem met zijn gezin en enkele familieleden naar Cabo de Boa Esperance ofwel Kaap de Goede Hoop. De VOC wilde dat hij daar een permanent verversingsstation opzette. De VOC-schepen konden dan voortaan op de maandenlange heenreis naar Azië en de terugreis naar Europa worden opgelapt en nieuwe voorraden inslaan. De permanente VOC-post die Van Riebeeck stichtte aan de Kaap zou uiteindelijk uitgroeien tot Kaapstad. Dat ging echter ten koste van de autochtone bevolking, de Khoikhoi en San. De Nederlanders verdreven hen met geweld naar het binnenland en annexeerden het kustgebied. Van Riebeeck stond ook aan de wieg van de slavernij in Zuid-Afrika. Omdat er te weinig vrije, Europese kolonisten waren om voldoende voedsel voor de VOC te produceren drong hij aan op de invoer van slaafgemaakten. De eersten kwamen in 1658 uit West-Afrika (Ghana). Daarna werden zij aangevoerd van de slavenmarkt op Madagaskar en uit Zuid- en Zuidoost-Azië. Van Riebeeck vertrok in 1662 van de Kaap naar Batavia, waar hij in 1677 stierf. Zijn zoon Abraham, geboren aan de Kaap in 1653, bracht het tot gouverneur-generaal in Batavia, waar hij in 1713 overleed.
-
Jeneverstokerij De Hoop (voormalige locatie aan de Veerweg): Gesticht in 1838, floreerde deze jeneverstokerij na 1850 mede dankzij de export naar de koloniën, waaronder Java. In 1851 werd bijvoorbeeld 281.000 liter Culemborgse jenever naar Java verscheept.
-
Het Rondeel: een historisch wandelgebied in Culemborg, aangelegd rond 1640 door graaf Philips Theodoor van Waldeck-Pyrmont. Het bestaat uit een vierkant stelsel van lanen (carré) met kruislanen, en in het midden bevindt zich een rondeel van bomen. Het Rondeel ligt nabij het landgoed De Bol op Redichem, een historische buitenplaats langs de Beusichemse Dijk
- Indië Monument: Dit monument eert vijf Culemborgse militairen die tussen 1945 en 1949 omkwamen tijdens de strijd in het voormalig Nederlands-Indië, compagnie De Kersenplukkers. Opgericht in 1998 op initiatief van burgemeester Mieke Bloemendaal-Lindhout en oud-Indiëstrijders, bevat het monument urnen met aarde van erevelden in Bandung en Jakarta, waar de militairen zijn begraven.
De herdachte militairen zijn:
-
Thomas van Everdinck (20), overleden aan tyfus.
-
Kasper de Jong (33), gesneuveld in een vuurgevecht.
-
Gerrit van Dijk (20), overleden aan tyfus.
-
Briene Smits (22), gesneuveld in een vuurgevecht.
-
Steef Middelkoop (23), omgekomen in een hinderlaag.
-
-
Triowijk: In de tweede helft van de 19e eeuw groeide en bloeide in Culemborg de sigarenindustrie op. Eén van de grootste sigarenfabrikanten was Cornelis Willem Dresselhuys (1834-1912), ‘de ongekroonde koning’ van Culemborg. Achter zijn huis aan de Varkensmarkt bouwde hij in 1889 de TRIO sigarenfabriek. De straatnamen herinneren hier nog aan.
-
VOC-buurt: Deze wijk herinnert met straatnamen aan Culemborgers die in dienst waren van de VOC en WIC. Hoewel na een sanering in 2018-2019 nog slechts zes straatnamen over zijn, blijft de koloniale connectie zichtbaar.
Reactie plaatsen
Reacties