SPREEKWOORDEN & GEZEGDES


Nederlandse Spreekwoorden (1559);

Pieter Bruegel de Oude (Vlaams, 1525 - 1569)

Vlaamse spreekwoorden; Abel Grimmer (Vlaming, ca. 1570-c. 1620)

Sprichwörter  (1940)

Anton Josef von Kenner

Sprichwörter und Sinnsprüche (1946)

Anton Josef von Kenner

Britse Spreekwoorden (1824); Henry Thomas Alken (Engels, 1785 - 1851)

‘Soo voer gesongen, soo na gepepen’  - Jan Steen 

'Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen', c. 1663 - 1665 - Jan Steen

‘Wie een varken is, moet in het kot’ c. 1673-1675 - Jan Steen

Het leven van de mens - Jan Steen

The Seven Deadly Sins and the Four Last Things; Jeroen Bosch

Zeven hoofdzonden

Vraatzucht (gula): Een dronkaard drinkt uit een fles terwijl een dikke man gulzig eet, geen acht slaand op de smeekbede van zijn al even zwaarlijvige zoontje, terwijl zijn vrouw met tegenzin een kalkoen voor hen meebrengt.

Luiheid (lusteloosheid): Een luie man dommelt voor de open haard terwijl Geloof hem in een droom verschijnt, in de gedaante van een non, om hem eraan te herinneren zijn gebeden te zeggen.

Lust (luxuria): Twee koppels genieten van een picknick in een roze tent, met twee clowns (rechts) om hen te vermaken.

Trots (superbia): Een vrouw kijkt met haar rug naar de kijker naar haar spiegelbeeld in een spiegel die omhoog wordt gehouden door een demon.

Toorn (ira): Een vrouw probeert een gevecht tussen twee dronken boeren te stoppen.

Afgunst (invidia): Een echtpaar dat in de deuropening staat, werpt afgunstige blikken op een rijke man met een havik om zijn pols en een bediende die zijn zware last voor hem draagt, terwijl hun dochter flirt met een man die voor haar raam staat, met haar oog gericht op de goedgevulde beurs aan zijn middel. De honden illustreren het Vlaamse gezegde: "Twee honden en maar één bot, geen overeenkomst".

Hebzucht (avaricia): Een corrupte rechter doet alsof hij welwillend luistert naar de zaak van de ene partij in een rechtszaak, terwijl hij op slinkse wijze smeergeld aanneemt van de andere partij.

Vier Laatste Dingen

Dood: De dood staat voor de deur, gepersonifieerd als een Magere Hein, samen met een engel en een demon terwijl de priester de laatste sacramenten van de zondaar uitspreekt,

De hemel: De geredden gaan de hemel binnen, met Jezus en de heiligen, bij de hemelpoort voorkomt een engel dat een demon een vrouw verstrikt. Petrus wordt getoond als de poortwachter.

Oordeel: Christus wordt getoond in glorie terwijl engelen de doden wekken

Hel: demonen kwellen zondaars volgens hun zonden.