Schoenenkwartier - Waalwijk

Gepubliceerd op 14 juni 2025 om 13:00

Het Schoenenkwartier in het iconische Kropholler-complex vertelt de rijke geschiedenis van de Langstraat en de schoenenindustrie, verweeft die met moderne technologie en duurzaamheid, en geeft ambacht en design een toekomstbestendige plek in het centrum van Waalwijk.

 

Kropholler‑complex

  • Ontworpen door architect Alexander Kropholler in de jaren ’30 en later in de jaren ’80 uitgebreid. Ooit raadhuis en gemeentehuis.

  • Ontwikkelde een traditiegetrouwe stijl, geïnspireerd door Berlage en de Delftse School: donkerrode baksteen, steile daken, natuursteenaccenten, trapgevels, steunberen.
  • Na de 2e Wereldoorlog daalde zijn reputatie, maar hij bleef ontwerpen, met onder meer het raadhuisensemble in Waalwijk als een van zijn belangrijkste werken

De Langstraat

  • De Langstraat, het gebied tussen Geertruidenberg en ’s‑Hertogenbosch, was sinds circa 1750 hét centrum van de Nederlandse leer- en schoenenindustrie. De regio profiteerde van veeteelt, eikenbos en waterstroming voor het looiproces.

  • Toen de industrie haar piek bereikte, werd Waalwijk hét schoenproductie‑hart van Nederland. Hoewel de meeste fabrieken verdwenen, leeft dat erfgoed voort in het Schoenenkwartier—de opvolger van het in 1954 opgerichte Nederlands Leder- en Schoenenmuseum.

Tachtigjarige Oorlog

  • Tijdens de Tachtigjarige Oorlog behoorde Noord‑Brabant (inclusief de Langstraat) tot de “Staats-Brabantse” gebieden die door de Republiek waren veroverd. Deze gebieden hadden beperkte politieke inspraak en fungeerden vaak als bufferzone tussen de Noordelijke gewesten en de Zuidelijke Nederlanden.

  • Brabant werd heroverd door de Spanjaarden en onderging hevige militaire confrontaties, terwijl protestanten de regering voerden namens de Republiek. De katholieke meerderheid werd gemarginaliseerd: kerken werden afgestaan aan protestanten, en katholieken kregen strenge beperkingen.

  • In deze periode ontwikkelden de dorpen rond Waalwijk zich nog als rustige agrarische nederzettingen, zonder grote industrie, terwijl de regio functioneerde binnen het geopolitieke krachtenveld van de oorlog.

De Gouden Eeuw / Grauwe Eeuw (17e eeuw)

  • De landsbrede Gouden Eeuw bracht voor Brabant geen rijkdom zoals in Holland of Zeeland. Integendeel: Brabant werd gekenmerkt door verwoesting door oorlogen, terreur, en onderdrukking. Daarom spreekt men in Brabant van de Grauwe Eeuw 

  • Deze periode werd gekenmerkt door ontvolking, economische teruggang en religieuze onderdrukking, waarbij de regio grotendeels fungeerde als militaire bufferzone.

Turf en agrarische consolidatie (13e–17e eeuw)

  • De Langstraat ontstond aan een dijk, aangelegd na de Sint‑Elisabethsvloed, als een lang lint van nederzettingen langs deze dijk in een moerasgebied. Turfwinning en hooibouw vormden eeuwenlang de economische basis, waarbij langgerekte percelen (slagenlandschap) op de zandgrond werden ontgonnen.

18e eeuw: Leer, laken en gebotteld vakmanschap

  • In de 18e eeuw ontwikkelde de regio zich tot een centrum voor leerlooien en schoenfabricage, dankzij de ‘gouden drie-eenheid’: veeteelt (runderhuiden), eikenbossen (voor looistof), en stromend water.

  • Rond 1734 werkte Johannes Petrus van Bommel als pionier in Moergestel; begin 19e eeuw was een derde van de beroepsbevolking schoenmaker — in totaal zo’n 7.000 mannen

Patriotse revolutie in de late 18e eeuw

  • In 1787 vonden in de Langstraat patriottistische machtsgrepen plaats, zoals in Sprang, Waalwijk, Besoyen en Baardwijk. Lokale patriotten begonnen een democratiseringsproces: dorpsbesturen werden vervangen door geïntroduceerde bestuurscolleges die verantwoording schuldig waren aan de inwoners.

  • Sleutelperso(o)n(en) zoals predikanten De Merrée en Leemans en koopman Jan Pannebakker speelden een rol. Ondanks de Pruisische herovering bleven patriotten actief en hadden invloed tot na de Franse bezetting

Industrialisatie en stoomkracht (19e eeuw–begin 20e eeuw)

  • De regio was lange tijd gebaseerd op thuiswerk: boeren produceerden leer en schoenen in kleine ateliers of thuis 

  • Met de mechanisatie rond 1870–1900, zoals de invoering van naaimachines en na 1896 de stoommachine (met de eerste stoomfabriek in Waalwijk), groeide de overgang van ambacht naar fabrieksarbeid.

  • Tussen eind 19e en begin 20e eeuw produceerde de Langstraat circa 2,5 miljoen paar schoenen per jaar. In 1910 waren 80% van de Nederlandse schoenenfabrieken in Brabant gevestigd.

  • De aanleg van de spoorlijn ‘Halvezolenlijntje’ tussen 1886–1890 versterkte de logistiek: grondstoffen en afgeleverde schoenen werden efficiënt vervoerd.

Groei, terugval en internationale concurrentie (20e eeuw)

  • Na een piek rond 1917–18 daalde de productie door buitenlandse concurrentie, waarbij in 1923 zelfs een internationaal schoenenimportlimit werd ingesteld.

  • Tijdens WO I kende de industrie tijdelijk herstel door afname van import. Vanaf de jaren ’50–60 nam de concurrentie uit lagelonenlanden (zoals Italië, Portugal, Tunesië) toe, wat leidde tot een diep verval van de industrie.

  • In 1950 produceerde de Langstraat nog 32 % van de Nederlandse schoenen; in 1965 vond de laatste stijging plaats. Rond 2001 waren slechts twintig productiebedrijven over

 

Gezicht op Raadhuis - Collectie Gemeentearchief Waalwijk

Periode Ontwikkelingen
13e–17e eeuw Turf- en hooibouw langs dijken
1568–1648 Tachtigjarige Oorlog, buffer en onderdrukking
17e eeuw “Grauwe Eeuw” – verwoesting, marginalisatie katholieken
18e eeuw Ontstaan leer- & schoenennijverheid
1787 Patriotse beweging in lokale dorpen
1870–1900 Mechanisatie, stoomkracht, stoomfabrieken
1886–1890 Halvezolenlijntje spoorverbinding
Ca. 1900–1950 Piektijd, 2,5 miljoen paar schoenen/jaar
Na WO I Importbeperkingen tijdelijk herstel
1960–heden Terugval door internationalisering, specialisatie

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.